Zoals je ongetwijfeld weet, zijn er heel wat mensen die geloven dat alles dat we om ons heen zien, gewoon door toeval ontstaan is.
Opdracht 1: Je krijgt allemaal een blaadje. Probeer in een paar plaatjes te tekenen hoe volgens jou alles is ontstaan. Als je dat te lastig vindt, dan mag je het ook in een paar stukjes uitleggen i.p.v. met plaatjes.
Toch zijn er ook heel andere ideeën, zoals we zullen zien in de komende les. We gaan eens kijken naar het verhaal zoals het in de Bijbel te vinden is.
Genesis: Het paradijs en de eerste mens
Het eerste Bijbelboek heet Genesis. Genesis begint met het verhaal dat God de wereld heeft gemaakt in zes dagen en de zevende dag rustte Hij. Onze kalender heeft zelfs met Genesis te maken. Het scheppingsverhaal kent zeven dagen en onze week telt ook zeven dagen.
De bijbel begint zo: In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods Geest zweefde over het water.
God maakte dus de hemel en de aarde. De aarde was nog woest, je zou kunnen zeggen de aarde was nog een grote ruwe steen. Alles was bedekt met water, maar de Geest van God zweefde al over het water. God zou van die ruwe steen iets moois maken.
God ging met de schepping bezig elke dag maakte hij iets nieuws. God zei: ‘ Er moet licht komen’, en er was licht. Het licht scheidde Hij van de duisternis. Het licht noemde Hij dag en het duister noemde Hij nacht. God maakte de wereld in een goede volgorde. Let maar eens op. Eerst zorgt Hij voor zoet water, daarna maakt hij de dieren. Elke keer als God iets gemaakt had, dan zag Hij dat het goed was/is. Maar toen God Adam gemaakt had, Toen zei Hij dat het zeer goed is
God schiep de aarde in 6 dagen:
dag 1: God maakte de aarde, de dag en de nacht.
dag 2: Hij maakte het hemelgewelf. De dampkring. De zwaartekracht.
dag 3: God zorgde ervoor dat er droog land kwam en dat het water in de meren en zee terechtkwam. God maakte de planten en bomen
dag 4: God maakte de zon en de maan. daardoor ontstonden er onder andere seizoenen.
dag 5: God maakte de vogels, de zeedieren . God zegende de dieren. Hij zei laten er veel vogels en zeedieren komen.
dag 6: God maakte eerst de dieren, het vee en alle dieren die op aarde zijn. Maar het mooist bewaarde Hij voor het laatst, de mens.
God maakte de mens naar Zijn beeld, dat wil zeggen de mens lijkt op God. Wat bedoelt God daarmee? Dit is best moeilijk, maar de mens heeft een vrije wil en kan kiezen of hij iets wil of niet. God laat de mens zelf denken. Dieren kunnen alleen maar hun instinct volgen, maar mensen kunnen zelf kiezen of ze bijvoorbeeld kiezen om iets goeds terug te doen of om kwaad te reageren als iemand ze uitscheldt of iets verkeerd doet. Mensen kunnen ook zelf nieuwe dingen ontwerpen en maken die nog nooit gemaakt zijn (Net als God deed met de schepping!!!).
Opdracht 2: maak de volgende vragen. De antwoorden voor de volgende vragen kun je vinden in Genesis 1 door hier te klikken.
Vraag 1: Wat maakte God op de derde dag?
Vraag 2: Wat is 1 van de grote verschillen (of eigenlijk 2 verschillen) tussen mensen en dieren, volgens vers 26.
Vraag 3: Probeer eens in eigen woorden uit te leggen wat God ons als opdracht voor de aarde heeft gegeven. (dit kun je een beetje lezen in het laatste gedeelte van dit hoofdstuk vanaf vers 26)
Lees nu Genesis 2 vers 1 t/m 3 (hier klikken)
Vraag 4: Wat deed God op de zevende dag?
Oorspronkelijk woonden Adam en Eva in een paradijs, “de hof van Eden” . Waar lag die hof nou precies? Kijk maar eens op de volgende site, door op deze link te klikken.
Vraag 5: Hoe heet het land, waar de hof van Eden waarschijnlijk lag?